In de stoel naast hem stond zijn saxofoon, maar de treinreis van drieënhalf uur die Bert Brandsma (55) najaar 2020 maakte, leidde hem niet naar een optreden. Na een succesvolle carrière van bijna dertig jaar als jazzmusicus, onder meer in de band van de Britse jazzreus Chris Barber als stersolist en bij de Keulse opera, was hij van Leeuwarden naar Breda op weg om zijn allereerste nieuw aangeschafte saxofoon te verkopen aan een handelaar. Een buitengewoon tegenintuïtieve daad: alles was continu in beweging, maar zijn tenorsax, die hij in 1987 voor 5.000 gulden kocht, bleef altijd dezelfde. Op wat krasjes na dan, maar die bevestigden juist alleen maar hun rijke gezamenlijke verleden: de talloze repetities en concerten, bijvoorbeeld van het Noord Nederlands Orkest. Brandsma verkoos de sax boven zo’n twintig andere exemplaren in de muziekwinkel. En toen moest hij dus afscheid nemen. Corona. Geldnood. De verkoop leverde een kleine 2.000 euro op, cash. “Ik had het nodig.”
Ik interviewde jazzmusicus Bert Brandsma voor het Friesch Dagblad. Een gesprek over verlies, depressie, de onderschatte waarde van de kunsten in Nederland en zijn eigen Duitse treinstation. Lezen kan hier (€).