Mijn kat heet Philip en zit in de vensterbank. Hij kijkt naar me en ik vraag hem voor deze eerste zinnen of hij bij mij wil komen zitten en dat doet hij. Ik aai hem over zijn kop, daar, net achter zijn oren, een beetje aan de zijkant – zacht en warm. Hij draait een rondje op de stoel naast me, gaat liggen en sluit al snel zijn ogen. Soms wil ik hem zijn. Geen zorgen, geen vragen.
Ik schreef naar aanleiding van mijn podcastserie Verstrikt een essay voor NRC Weekend. Lees hier het hele artikel.